Om uw pup een goede start van zijn leven te geven is het belangrijk om aan een aantal zaken te denken. Om die reden kunt u hier meer informatie en adviezen vinden over voeding, beweging, zindelijkheidstraining, socialisatie, gebitsverzorging, vaccinatie en ontworming. Wij begeleiden u graag in het geven van de beste verzorging aan uw pup.

In dit artikel leest u meer over:

  • Voeding

  • Uitlaten en zindelijkheidstraining

  • Gebitsverzorging

  • De levensfasen van de pup

Voeding

Omdat een pup nog in de groei is en daarnaast veel energie nodig heeft om te kunnen spelen is het noodzakelijk om puppyvoeding te geven. Deze bevat meer energie en meer eiwitten dan voedingen voor volwassen honden. Bovendien is de grootte van de brokjes aangepast aan het gebit van de pup, wat het kauwen natuurlijk vergemakkelijkt.

Binnen de meeste puppyvoedingen zijn voedingen voor kleine en grote hondenrassen beschikbaar. Puppyvoeding voor grotere hondenrassen bevat een lagere energiedichtheid en een lager calciumgehalte in vergelijking met een puppyvoeding voor kleinere hondenrassen. Een te sterke groei kan bij pups van grote rassen namelijk de ontwikkeling van gewrichtsproblemen op latere leeftijd in de hand werken. Een licht aangepaste voeding kan bijdragen in de preventie daarvan.

Veranderingen in de voeding altijd geleidelijk doorvoeren

Vraag altijd wat de pup op het moment van aankoop te eten kreeg. Het is goed om die voeding nog even te blijven geven en deze geleidelijk te mengen met de voeding die u uw pup wilt gaan geven. Plotse voedingsveranderingen kunnen bij de pup namelijk tot tijdelijke spijsverteringsklachten leiden, dus u doet er goed aan om voedingswijzigingen bij de pup altijd geleidelijk aan te brengen.

Hoeveel maaltijden moet ik mijn pup geven?

Tot de leeftijd van 3 maanden worden er 4 maaltijden per dag gegeven. Naarmate de pup ouder wordt daalt het aantal maaltijden zodat vanaf de leeftijd van 3 maanden 3 keer per dag eten gegeven wordt en vanaf de leeftijd van 6 maanden nog maar 2 keer per dag een maaltijd klaar staat.

Het onbeperkt beschikbaar stellen van brokjes gedurende de hele dag is sterk af te raden omdat het risico bestaat dat de pup dan te veel eet en daardoor te snel groeit. Bij met namegrote rassen bestaat dan de kans dat de hond op latere leeftijd met gewrichtsziektes te maken krijgt. Bovendien werkt overvoeding op jonge leeftijd het ontstaan van overgewicht op latere leeftijd in de hand.

Hoeveel voeding moet ik dagelijks geven?

Alhoewel op verpakkingen vaak voedingsrichtlijnen worden gegeven kunnen de aanbevolen dagelijkse voedingshoeveelheden toch te veel of te weinig voor uw pup zijn. Om te kunnen beoordelen of een pup de juiste hoeveelheid voeding krijgt kunt u het beste de groei van uw pup goed opvolgen.

Wanneer het lichaamsgewicht maandelijks gewogen wordt ontstaat een groeicurve op de groeikaart. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of de groei goed verloopt en of de voedingshoeveelheden eventueel aangepast dienen te worden. Hieronder volgt wat extra informatie:
– Tot de leeftijd van 5 maanden dient de pup dagelijks 2-4 gram per kg volwassen gewicht per dag aan te komen
– Kleine tot middelgrote rassen tot 35 kg: 50% van het volwassen lichaamsgewicht rond de leeftijd van 4 maanden
– Grote rassen van meer dan 35 kg: 50% van het volwassen lichaamsgewicht rond de leeftijd van 5 maanden
– De groeicurve dient S-vormig te zijn: de curve vertoont eerst een snelle en daarna een trage stijging
– De puberteit start wanneer de groei stagneert

Uitlaten en zindelijkheidstraining

Pups dienen meerdere keren per dag uitgelaten te worden. De tijdstippen waarop dit het beste kan gebeuren zijn de momenten waarop u ziet dat de pup onrustig is, wat eventueel kan betekenen dat de pup dringend een plasje en een grote boodschap moet doen. Ook na het slapen, spel en eten kan de pup even uitgelaten worden, aangezien de kans dan groot is dat de pup nodig moet.

Jonge pups dienen in het begin een aantal weken minimaal twee maal per nacht even uitgelaten te worden. Een pup heeft namelijk nog een hele kleine blaas en kan daardoor nog niet de hele nacht zijn plas ophouden.

Zindelijkheidstraining

Het zindelijk maken van een pup kost veel geduld en inspanning. Maar met wat goede maatregelen en tips komen we al heel ver.

Zorg allereerst voor een lekker nestje voor uw pup. Dat kan een hok zijn, maar mag ook uit een kartonnen doos bestaan. Pas op dat uw hond niet te veel ruimte in zijn nestje heeft, anders kan hij er alsnog gemakkelijk zijn behoefte doen. Natuurlijk moet uw pup er wel lekker gestrekt in kunnen liggen.

Nu gaat u als volgt te werk:
– knuffel en speel met uw pup en zet hem daarna liefdevol in zijn nestje
– na een tijdje haalt u uw pup uit het nestje en geeft u hem buiten de mogelijkheid om zijn behoefte te doen
– geef uitgebreide complimentjes als uw pup zijn behoefte buiten heeft gedaan
– herhaal dit vervolgens. Let wel dat dit, zeker in het begin, allemaal in een tijdsbestek van hooguit een half uur moet
– houd in het begin bij hoeveel tijd uw pup nodig heeft tussen het doen van zijn behoeftes. Ook ‘s nachts moet uw pup
immers op geregelde tijdstippen uitgelaten worden
– u kunt heel langzaam de tijd dat uw pup binnen is wat langer maken
– op een bepaald moment kunt u uw pup na het spelen ook meteen naar buiten brengen
– mocht uw pup onverhoopt binnen zijn behoefte doen, zeg dan heel duidelijk “Nee!” en neem hem meteen mee naar
buiten. De gouden regel is echter om vooral goed gedrag altijd uitgebreid te belonen.
– bouw het belonen en bestraffen wel af wanneer de pup ouder wordt

Bedenk bij het geven van beloningen en straffen dat het belonen van goede prestaties belangrijker is dan het straffen van slecht gedrag. Heeft een pup per ongeluk toch nog binnen zijn behoefte gedaan, dan is het daarnaast belangrijk dat er niet te veel tijd zit tussen het moment van binnen plassen of ontlasten en de straf. U moet dus al zien dat de pup binnen zijn behoefte doet wil u een straf kunnen geven. Bedenk wel dat u in de meeste gevallen eigenlijk te laat bent geweest met het uitlaten van de pup en dat de pup niet met opzet binnen zijn behoefte doet.

Uiteraard dient een straf altijd binnen proporties te zijn. Een duidelijke “Nee” is daarbij voldoende. Het verhaal dat een pup zou leren wat zindelijkheid is door de neus in zijn eigen ontlasting te drukken is grote onzin en mag dus zeker niet gedaan worden.

Gebitsverzorging

Een pup is in staat om gemakkelijk aan nieuwe situaties en prikkels te wennen. Deze fase leent zich daarom uitstekend om een hond te leren wennen aan een dagelijkse tandenpoetsbeurt zodat de ontwikkeling van gebitsproblemen voorkomen kunnen worden. Tandenpoetsen is namelijk de goedkoopste en effectiefste methode om voor een gezond gebit bij uw hond te zorgen. U heeft er dus veel profijt van wanneer uw hond gewend is aan een dagelijkse tandenpoetsbeurt.

Met het leren wennen aan een dagelijkse tandenpoetsbeurt wordt het beste op de leeftijd van ongeveer 2-3 maanden gestart. Na het wisselen is de pup dan al gewend aan de tandpasta, de borstel en het poetsen. In het begin kan men eerst de bovenlip wat optillen waarna men dagelijks voorzichtig steeds een stapje verder gaat. Aanvankelijk kunnen eerst tandenpoetsgaasjes gebruikt worden waarmee met de vinger de tanden gepoetst kunnen worden. Geleidelijk aan kan vervolgens overgestapt worden op een tandenborstel. Eventueel kunt u het tandenpoetsen in het begin ook belonen.

De levensfasen van de pup

Inprentingsfase (levensweek 3-12)

Wanneer de pups 3 weken oud zijn start de inprentingsfase (de eerste socialisatiefase) waarin de pups tot de leeftijd van 12 weken met alles moeten leren omgaan waar ze later mee in contact kunnen komen. In deze fase is het daarom belangrijk om de pup intensief kennis te laten maken met mensen, andere huisdieren, het rijden in een auto, aaien, kammen, tandenpoetsen, stofzuiger, radio, tv, etcetera.

Het wennen aan verschillende prikkels dient rustig te gebeuren en de hoeveelheid nieuwe prikkels waar de pup mee in aanraking komt dient beperkt te zijn. In het geval dat een pup angstig op een nieuwe prikkel reageert dient u de pup te negeren. Het troosten van een angstige pup bevestigt juist de angst bij de pup en daardoor zal het voor de pup moeilijker worden om aan de prikkel te wennen. Wanneer de pup nieuwsgierig op een nieuwe prikkel reageert is dat een goed teken en betekent dit dat de pup toe is om de nieuwe situatie te onderzoeken. Breng in een later stadium de pup opnieuw met de prikkel in aanraking. Na een paar keer zal de hond de prikkel als normaal gaan beschouwen en er niet meer angstig voor zijn.

Socialisatieperiode (levensweek 12 – maand 6)

Op de leeftijd van 12 weken start de (tweede) socialisatieperiode. Deze duurt tot de leeftijd van 6 maanden. Deze fase wordt ook wel de angstfase genoemd, omdat de nieuwsgierheid van de pup eerder plaats heeft gemaakt voor angst. Het herstellen van vervelende situaties is in deze periode moeilijker dan in de eerste socialisatiefase. Men dient dus op te passen dat bepaalde gewenningen in deze fase niet ontleerd raken.

Jonge puppy’s hebben een opvoeding nodig zodat ze goed naar u gaan luisteren. Een hond denkt helaas niet hetzelfde als een mens, waardoor we elkaar niet altijd goed begrijpen.

  • Belonen met een koekje, aaitje of complimentje voor goed gedrag wordt langer onthouden dan slaan voor slecht gedrag.
  • Enkel op het moment dat uw hond iets verkeerds doet, mag u straffen door uw stem te verheffen. Zodra uw hond luistert, onmiddellijk belonen!
  • Achteraf straffen heeft geen effect, ze weten niet meer wat ze verkeerd hebben gedaan. Zelfs al is het pas 5 minuten geleden!
  • Een hond heeft aandacht en lichaamsbeweging nodig. Als hij heel de dag alleen aan een ketting ligt, gaat hij zich vervelen en slecht gedrag vertonen.
  • Slaan en schreeuwen werkt averechts, uw hond wordt bang en soms zelfs agressief.
  • Geduld hebben is belangrijk. Uw hond doet zijn best u te begrijpen, maar hier is tijd voor nodig. Gebruik duidelijke commando’s (kom, blijf, zit, af) en wees consequent.

Professionele Zorg voor Huisdieren

Eigenaren van gezelschapsdieren vertrouwen erop dat wij in de behoeften van hun geliefde metgezellen voorzien. Wij zijn specialisten die zich inzetten voor het leveren van de allerhoogste diergeneeskundige zorg en genegenheid.